Column 2 van de gastvrije conducteur van het GVB “Peggie ’t Zand”
Mijn naam is Peggie ’t Zand. Sinds dit voorjaar heb ik mij laten omscholen tot gastvrije conducteur bij het GVB. Als 51-jarige moeder van een studerende zoon in Amsterdam, zal ik in mijn columns mijn ervaringen met u delen die ik meemaak op de tram. Ik wens u veel leesplezier.
Column
Kofu
“Goh, wat zie jij er anders uit vandaag…” Het is zaterdagavond. Geen kroeg of bioscoopje voor mij. Dus nee, gisteren ben ik niet naar de kapper geweest. Ik heb ook mijn wenkbrauwen niet laten epileren, maar heb wel mijn favoriete lipgloss op.
Het zijn onze open servicebalies die de ene na de andere verbazing oproepen bij onze reizigers. Wat dacht je van de vergelijking met een bedrijfsgebouw. “Wat een mooi kantoor heb je”, “Het lijkt wel of ik een bank binnenloop”, “Het is net alsof ik bij de receptie van een hotel sta”. Alsook andere uitspraken van onze reizigers: ”Jeetje, wat is dit?” of “Een hele vooruitgang dat je niet meer opgesloten zit”. Maar ook “Wat mooi, je bent eindelijk eens modern”. Alsof ik mij volgens de laatste trend heb gekleed. Al deze leuke en verrassende opmerkingen geven mij een warm gevoel en plezier in mijn werk. Ze leiden vaak tot vrolijke gesprekken tussen de haltes, maar soms ben ik met stomheid geslagen door een vraag of mening over onze nieuwe open werkplek. Zoals nu bij de halte Cornelis Schuytstraat in Amsterdam-Zuid.
“Ben je niet bang voor een kofu?” Zoals ze glimlacht en met haar handen in haar zij staat, lijkt het of ze mij uitdaagt voor een hiphopbattle.
Het eerste wat in mij opkomt is: dit is geen uitspraak die ik in deze buurt verwacht van een dame die mijn leeftijdsgenoot kan zijn. Ja ik weet het, ik oordeel. Maar dat doe ik om mezelf gerust te stellen. Dus ik gebruik de aangename temperaturen van dit najaar als een welkome bliksemafleider. Ze neemt er geen genoegen mee. Ze buigt voorover en kijkt mij uitdagend aan en zegt: “Nou, ben je niet bang voor een kofu?” Ik houd mezelf in, terwijl mijn grijze massa probeert te achterhalen hoe ze weet dat kofu, stomp of klap betekent.
Mijn buik begint te kriebelen. Mijn mondhoeken zijn licht naar boven gekruld. “Nou geef je nog antwoord, ben je niet bang voor een kofu?” Even ben ik perplex door deze vasthoudendheid. Ik herpak me door diep en laag in te ademen. “Nee sis, nooit”.
Met een ruk draait ze zich om naar de deuren met de poortjes. Terwijl ze uitbundig zwaait, zegt ze: “Werk ze nog!”. Beiden schateren we, terwijl er geïnteresseerde blikken op ons worden geworpen. “Bedankt, jammer dat je niet meegaat. Dan hadden we nog lekker verder kunnen kletsen”.
Zwarte sjieke naaldhakken, opgestoken haar en een halflange kasjmier mantel. Waar zou zij nou straattaal hebben geleerd?
Photo Credits: Amsterdam Today / Peggie ’t Zand